Donderdag 1 augustus 2024

Over de organist

Toon Hagen begon zijn orgelopleiding bij Egbert Klein. Vervolgens studeerde hij hoofdvak Orgel en Kerkmuziek aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag bij Rienk Jiskoot. Daar behaalde hij de diploma’s Docerend en Uitvoerend Musicus. Aan het Arnhems conservatorium behaalde hij de aantekening improvisatie bij Bert Matter.
Toon Hagen is actief als concert-organist, heeft een privé-orgellespraktijk en is werkzaam als componist van o.a. orgel- en kerkmuziek.  Hij geeft zijn composities in eigen beheer uit.  Hij componeerde o.a. motetten, liedbewerkingen voor koor, orgel en orkest zoals de gedachtenis cantate “Koester de namen”.een aantal fantasieën voor orgel voor concertant gebruik , een compositie voor 2 piano’s en verschillende werken voor piano solo.
Dit jaar voltooide hij “de Lukas” ,van passie naar pasen ,  een oratorium voor koor,orkest en solisten waarvan het paasgedeelte dit jaar in première ging.
Als cantor-organist is hij verbonden aan de Grote of Sint-Michaëlskerk te Zwolle. Hij geeft leiding aan de Michaëlscantorij, die medewerking verleent aan de maandelijkse Michaëlsvieringen in de Grote of Sint- Michaëlskerk en aan het Michaëlscantatekoor dat meewerkt aan de cantatevieringen in deze kerk. Daarnaast is hij  als organist verbonden aan de Grote Kerk te Apeldoorn.
www.toonhagen.nl

Uitgelicht

Jan Welmers werd in 1937 geboren en overleed in 2022. Hij studeerde orgel en piano aan het toenmalige Stedelijk Muziek Lyceum te Groningen bij respectievelijk Wim van Beek en Anton Tump. Hij vervolgde aan het Utrechts conservatorium te Utrecht zijn studie orgel en improvisatie bij Cor Kee en studeerde daarna compositie bij Kees van Baaren en nieuwe muziek bij Ton de Leeuw.

In 1967 won Jan Welmers het Nationaal Orgel improvisatieconcours in Bolsward. Hij werd in 1970 benoemd tot docent theoretische vakken, improvisatie en hoofdvak orgel aan het Utrechts conservatorium. Deze functie heeft hij tot 1998 bekleed. Daarnaast was hij van 1973 tot 2000 organist van de Grote- of Sint Stevenskerk te Nijmegen.

In zijn composities valt de werking van de akoestiek in een grote ruimte op, maar ook de minimalistische stijl, vanaf 1961. In de Litantie (1988) valt op de doorgaande beweging van herhalingen die eerst aanzwellen, om later, na een climax, met aan het einde een wegsterven van klank en beweging.